ANWB plant veiliger verkeer

De ANWB is afgelopen maand met een rigoureus voorstel gekomen om de verkeersveiligheid te vergroten. Volgens de organisatie moet de klassieke verkeersindeling van weleer op de schop; de rijbanen, fietspaden en stoepen voldoen niet meer in de huidige Nederlandse stedensituaties.

De ANWB stelt in het rapport ‘Verkeer in de stad’ dat het te druk is op de wegen en de fietspaden door de diversiteit aan fietsachtige voertuigen. Ze doelt hier met name op voertuigen die in de (grote) steden de afgelopen jaren een grote opkomst doormaakten, zoals de snorscooter, de e-bike, de bakfiets en vanwege het simpele feit dat tegenwoordig steeds meer mensen zich per gewone fiets door het verkeer verplaatsen. Met andere woorden: de fiets-achtige voertuigen zijn een steeds belangrijker plek gaan innemen in het verkeer, maar krijgen te weinig plek in de stad, zo stelt het onderzoek. Dit leidt tot een hogere risico op irritatie en ongelukken. Daarom hebben de onderzoekers bekeken hoe de ruimte in de stad voor zowel fietser, automobilist, voetganger en openbaar vervoer beter kan worden verdeeld.

Nieuwe indeling

Anderhalf jaar lang werkte de ANWB met een aantal betrokken ontwerpers aan dit nieuwe ontwerp. Hiervoor zijn grote aantallen weggebruikers en experts geraadpleegd. Zo is er intensief samengewerkt met ambtenaren van de gemeentes Rotterdam, Utrecht en Helmond. De leidraad van het onderzoek ‘Verkeer in de stad’ is dat de snelheid en de omvang van voertuigen op de weg bepalen hoe een gebied nou eigenlijk het beste kan worden ingericht. Deze twee basisprincipes heeft de ANWB uitgewerkt tot een nieuwe indeling van zes ‘voertuigfamilies’. Elke categorie wordt gekenmerkt door een maximale breedte en een maximale massa, te weten: voetgangers, fietsachtigen, lichte motorvoertuigen (zoals de motorfiets, de snorfiets, de e-bakfiets, quad en riksja) en auto’s en auto-achtigen (inclusief bestelbusjes), vrachtauto’s en tot slot trams en ander railverkeer.

Volgens de ANWB zou na invoering van hun voorstellen het ertoe leiden dat in een stad tot vier verschillende ontwerpen met straten zijn, waar weggebruikers zich maximaal met een snelheid van tien, twintig, dertig of vijftig kilometer per uur kunnen voortbewegen. De ANWB vindt dat er voor fietsers slechts een plekje in de marge is weggelegd, terwijl daarentegen het aantal fietsachtige voertuigen wel met rasse schreden toeneemt. De bond stelt dat de fietser meer ruimte nodig heeft en dat daarvoor rigoureuze keuzes nodig zijn.

Voetgangers meer ruimte

Eén van de uitkomsten van het ANWB-onderzoek is dat er meer aandacht moet uitgaan naar voetgangers. Door de ruimte voor de voetganger breder te maken en stoepen op te heffen wordt lopen aantrekkelijker gemaakt. Daarbij zouden gestalde fietsen de voetganger niet mogen hinderen. Voertuigen die hun snelheid zouden moeten aanpassen zijn racefietsen en speed pedelecs (racefietsen met hulpmotor).